Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2025
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
- 1.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning, dan wel toestemming, heeft verleend voor het hebben van het terras op of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning of toestemming is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van voorwerpen (stoelen, tafels, banken en andere voorwerpen) onder, op of boven een terras:
- a.
- b.
indien het terras is gelegen op een van de sportterreinen al dan niet in beheer van de gemeente Hilvarenbeek, voor zover dit terras wordt geëxploiteerd door één van de op het terrein gevestigde sportverenigingen, waarbij de opbrengsten aangewend worden om de continuïteit van de eigen activiteiten van de sportvereniging te waarborgen.
- c.
Het tarief bedraagt voor voorwerpen (stoelen, tafels, banken en andere voorwerpen) onder, op of boven een terras per m2 in gebruik genomen grond, wat in overeenstemming is met de vergunning, per seizoen: € 22,80, waarbij het maximum aantal m2 wordt gesteld op 50 m2.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar seizoen tarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel achtsten gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar seizoentarieven geheven precariobelasting voor zoveel achtsten gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.
- 4.
Artikel 12 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting.
Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening precariobelasting 2024”, vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
- 3.
- 4.